Ongezonde levensstijl laagopgeleiden beloond met vervroegd pensioen? Gevaarlijke discussie!

Max van Rij bespreekt in HP/De Tijd de vraag in hoeverre laagopgeleiden beloond moeten worden voor hun ongezonde levensstijl door eerdere pensionering. Lager opgeleiden verrichten in de regel zwaar werk - zeggen de deskundigen - hetgeen een reden oplevert voor een vroegere pensioenleeftijd dan die voor hoogopgeleiden. Maar aan de andere kant schijnen die laagopgeleiden ongezonder te leven en dus een kortere levensverwachting te hebben. Beloon je met zo'n vroege pensionering het als onwenselijk ervaren ongezond gedrag (roken, drinken, geen sport)?


What's the problem? Als die laagopgeleiden eerder doodgaan, dan is hun uitkeringsduur van AOW en pensioen toch ook korter.  


Trouwens, ik ken genoeg 'hoogopgeleiden' die er bepaald geen gezonde levenswandel op na houden. Ga ook eens in de fitness clubs kijken. Ziet u daar gebrilde intellectuelen hun spieren vermoeien? En zo blijven we de solidariteit als fundament voor ons pensioenstelsel, maar op de proef stellen. En dat is het gevaarlijke aan deze inmiddels nationale discussie. We gaan eraan wennen dat solidariteit geen verworvenheid meer is.


En zo kunnen we er nog een paar noemen. 

Vrouwen leven langer, dus dat zou ook AOW- en pensioenconsequenties moeten hebben;

Ook in de zorg en voor de voorzieningen bij arbeidsongeschiktheid, zou je deze lijn tot in het absurde kunnen doortrekken;

Iedereen die paard rijdt en/of op wintersport gaat, moet meer zorgpremie betalen want dat zijn risicovolle bezigheden; 

Voor ouderen die op een e-bike rijden geldt hetzelfde én de premie voor hun aansprakelijkheidsverzekering moet minstens verdubbeld worden; 

Blessures opgelopen bij het voetbalspel dienen altijd geheel voor eigen rekening te komen.

En zo kunnen we nog even doorgaan met zweefvliegers, parachutisten, ballonvaarders, jagers, diepzee-duikers, trampoline-springers,  enz. enz. Wist u dat in de schietsport de minste ongelukken gebeuren? Deze schutters zouden in aanmerking moeten komen voor een premiekorting.


Het lijkt ons een onzalige weg om de solidariteit onder druk te zetten door zo de nadruk te leggen op allerlei individuele kenmerken. Het gevaar bestaat ook dat door het mogelijk verdwijnen van de zgh. doorsneepremie (een belangrijk aspect van pensioensolidariteit), de verplichte bedrijfstakpensioenfondsen hun langste tijd gehad hebben. Daar hoor ik het ministerie van SZW eigenlijk nooit over.