Feit en fictie rondom het Pensioenakkoord 2020.
Na een narrig en uitgesteld ‘ja’ van hekkensluiter FNV op het Pensioenakkoord op 4 juli jl. te Bunnik kan minister Wouter Koolmees van SZW aan de uitrol beginnen. Inderdaad, de uitrol, want er is met zoveel woorden hooguit een akkoord op hoofdlijnen waarover nog grondig doorgepolderd moet worden. De minister kan nu zijn hoofdlijnennotitie naar de Tweede Kamer sturen, waarin het definitieve voorstel voor het nieuwe pensioenstelsel zal zijn verwoord. Wat betreft het jaar van invoering van het nieuwe pensioenstelsel is besloten dat we dan aan 2026 moeten denken.
Het huidige stelsel: nog steeds rekenrente en dekkingsgraad troef
Ondertussen moeten we het doen met wat we hebben. Korten op de bestaande pensioenen is niet aan de orde wanneer de dekkingsgraad 90% of hoger is ultimo 2020. Die dekkingsgraad is de thermometer die aangeeft of de pensioenfondsen aan hun toekomstige uitkeringsverplichtingen kunnen voldoen met wat ze nu in kas hebben. Door de lage rekenrente waarmee de pensioenfondsen van DNB moeten rekenen zijn de dekkingsgraden behoorlijk gezakt. De kans is reëel dat de dekkingsgraad van de diverse fondsen eind 2020 hoger dan negentig is, maar niets is zeker. Corona heeft voorlopig een flinke staak in het rad gestoken.
Pensioenpuzzel
Een aantal zaken staat vast in het pensioenakkoord, andere zaken niet. Opgehangen aan de door DNB gedicteerde rekenrente snijdt het pensioentouw u op termijn waarschijnlijk pijnlijk in de nek. Tijd om de zaken eens onder elkaar te zetten. Laten we beginnen met wat nu vast lijkt te staan.
Staat vast:
- Pensioen wordt slechter, maar wel ‘eenvoudiger’ . Alle financiële zekerheden verdwijnen.
- Niet de pensioenuitkering is nog langer uitgangspunt in de pensioenopbouw maar de beschikbare premie, en vervolgens maar kijken hoe ver je daarmee komt.
- De voornaamste trigger hiervoor is de fictieve, extreem lage rekenrente waar de pensioenfondsen ten onrechte mee moe(s)ten rekenen terwijl de rendementen tegen de plinten op klotsten. Die rekenrente wordt afgeschaft en haar vervanging en oplossing is gelegen in individueel beleggen want dan zijn we ook van de dekkingsgraadproblematiek af.
- Er komt een leeftijdsonafhankelijke pensioenpremie (de zgn. flatrate, de met de leeftijd stijgende staffel is passé) voor iedereen.
- Goed voor de jongelui (inleg rendeert lang) maar jammer voor de deelnemers ouder dan 45 jaar (inleg rendeert veel korter).
- Geen verband meer tussen het eerder verdiende salaris en het pensioen (Jojo-pensioen).
- Pensioen afhankelijk van de beleggingsresultaten op uw inleg (gokpensioen o.b.v. dagkoersen).
- Er is geen sprake meer van vermogensopbouw maar alleen van beoogde vermogensopbouw.
- Bij het pensioenfonds krijgt u dus een persoonlijke beleggingsrekening.
- Alle financiële risico’s, zowel in de opbouw- als in de uitkeringsfase, zijn voor uw rekening als deelnemer. Na de fiasco’s van de hypotheekgebonden beleggingsverzekeringen en –rekeningen stemt dat niet tot vreugde maar tot grote bezorgdheid.
- De vakbonden hebben een heel belangrijke arbeidsvoorwaarde de nek om gedraaid.
- Bestaande deelnemers blijven in hun huidige contract, nieuwe deelnemers vallen onder de nieuwe regeling met de flatrate staffel. Dat bemoeilijkt de arbeidsmarktmobiliteit van oudere werknemers want die gaan er bij een nieuwe baan elders pensioentechnisch op achteruit (want hun pensioenpremie gaat omlaag).
- Werkgevers moeten dus nog decennialang met twee pensioenregelingen zien om te gaan hetgeen kostenverhogend werk.
Staat nog niet (precies) vast:
- De hoogte van de maximale pensioenpremie in het nieuwe stelsel moet nog vastgesteld worden. Dan zal Hans de Boer van VNO-NCW zich wel weer eens melden.
- De compensatie voor deelnemers ouder dan 45 jaar moet nog per pensioenfonds uitgewerkt en bepaald worden (zie boven bij wat vast lijkt te staan).
- Er wordt gezwegen over de rekenrente die zal gelden wanneer u met de verzilverde beleggingspensioenpot een pensioen moet aankopen (ja, dat moet fiscaal en dat kan heel gevoelig liggen als de rekenrente bij inkoop laag is).
- De buit van de vakbonden, een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen, moet nog door de Tweede Kamer.
- Het vroegpensioen voor ‘zware beroepen’, wat zijn die zware beroepen nu eigenlijk?
- Een andere buit van de vakbonden, afgeplatte stijging van de AOW gerechtigde leeftijd, moet ook nog door de Tweede Kamer. De AOW-leeftijd blijft in 2024 en 2025 op 67 jaar.
- De gelijke-monniken-gelijke-kappen doorsneepremie wordt afgeschaft. Te midden van andere factoren kan dit meebrengen dat het huidige stelsel van verplichtstelling bij sectorale bedrijfstakpensioenfondsen (de bouw, metaal) in strijd is met het EU-recht (mededinging). Te zijner tijd zullen we ongetwijfeld van het Europese Hof van Justitie vernemen of die verplichtstelling op de schop moet, Zo ja: chaos in het pensioenavondland. EU-recht gaat voor ons nationale recht.
- Mocht die verplichtstelling het toch overleven dan ligt er nog een andere EU-hobbel op de weg. De verplichtstelling bij alleen Nederlandse bedrijfstakpensioenfondsen is discriminatoir jegens buitenlandse pensioenaanbieders. Als ook buitenlandse pensioenuitvoerders het nieuw pensioenakkoord-product mogen aanbieden zal de Nederlandse pensioentuin subiet aangeharkt moeten worden.
- Voordat men het weet verliezen de huidige politieke partijen die achter het akkoord staan hun meerderheid in de Tweede Kamer na de volgende verkiezingen maart 2021. Zal een demissionair kabinet deze uitholling van ons pensioenstelsel voor z’n rekening willen nemen?
- De opgebouwde pensioenaanspraken zullen te zijner tijd ingebracht moeten worden in het nieuwe product van het Pensioenakkoord (beschikbare premieregeling op beleggingsbasis). Dat heet invaren. Het is zeer de vraag of dit invaren niet op gespannen voet staat met Europese wet- en regelgeving waar het gaat om aantasting van het eigendomsrecht (pensioen = eigendom). Procedures voor het Europese Hof van Justitie zijn te voorzien met alle ongewisheid van dien in de tussentijd. Pensioen was nooit eerder zo spannend.
- In de uitvoering van het pensioenakkoord heeft men het alleen maar over de pensioenfondsen. Wat gaat e.e.a. betekenen voor de pensioenverzekeraars (zoals Aegon, Nationale-Nederlanden, Zwitserleven et cetera).
- Er heerst grote stilte over de premievrije aanspraken die men bij pensioenverzekeraars heeft liggen (pensioen uit vroegere dienstbetrekkingen van de zgh. slapers). Veelal gegarandeerde aanspraken uit een middelloonregeling. Nogal mistig allemaal.
Tot zo ver onze catalogus van issues. Er is stof genoeg voor een tweede en een derde deel. Dus we komen er graag op terug en bij voorkeur op geleide van de actualiteit.
Mocht u vragen en opmerkingen hebben, of zelf issues willen aandragen, dan houden wij ons voor uw belangstelling aanbevolen.